De Engelse koning Jacobus stelde veel Engelsen teleur. Hij werd steeds meer alleenheerser en tot overmaat van ramp ging hij over tot het Katholieke geloof. Omdat stadhouder Willem III was getrouwd met de dochter van Jacobus, werd hij door diverse hooggeplaatste Engelsen verzocht om een greep naar de macht te doen. Daar had Willem wel interesse in, zodat hij de voorbereidingen voor een invasie trof.

De vloot van Willem III liggende te Hellevoetsluis op 28 oktober 1688, voor het vertrek naar Engeland op 11 novenber 1688. De vloot wordt in de haven van Hellevoetsluis in gereedheid gebracht voor de tocht van prins Willem III met zijn leger naar Engeland. Een panormabeeld van de vloot van Stadhouder Willem III, met een uitleg in een kader onderin (waar ook de titel).
Origineel: Rijksmuseum, RP-P-1948-602

Gedurende de zomer had Willem III puntsgewijs zijn lijstje afgewerkt: hij had transportschepen nodig om de soldaten, wapens, paarden, gereedschappen, drukpersen, medicijnen en voedselvoorraden mee te nemen. Bovendien waren er oorlogsschepen nodig om een confrontatie op zee te kunnen doorstaan en de kostbare vloot te beschermen. Uiteindelijk werden 48 oorlogsschepen ingezet om de oversteek veilig te laten verlopen. Het kostte een duizelingwekkende logistiek om een krachtige vloot en sterk leger bijeen te krijgen. Er moest voldoende voedsel zijn om ruim 12.000 manschappen voor minstens drie weken te kunnen voeden. Ook moesten vierduizend paarden worden overgezet en gevoed. Er waren ruim 260 schepen nodig om dit alles over de Noordzee te brengen.

Litho van de landing van Willem III te Torbay 1688. Na zijn aankomst in Torbay werd Willem III koel ontvangen door het Engelse volk, maar na een paar dagen had zijn opmars naar Londen veel weg van een triomftocht. Het Engelse leger sloot zich deels bij Willem’s troepen aan. Op 2 januari 1689 vluchtte Jacobus naar Frankrijk, zodat de Engelse troon was vrijgekomen en deze in februari aan Willem en Mary werd aangeboden.